ALWEER EEN
BLAASONTSTEKING

Je hebt alweer een blaasontsteking. Ben je al een tijdje op zoek naar een oplossing?

De BLAAStest kan je daarbij helpen. Deze korte test biedt je inzicht in jouw situatie. Gebruik jouw antwoorden als gesprekshulp tijdens de afspraak met je behandelend arts.

Wat is een terugkerende blaasontsteking? Lees het hier

Hoe Laura een oplossing vond voor haar terugkerende blaasontsteking

WAT ZEGGEN DE EXPERTS? LEES HET HIER 

Terugkerende blaasontsteking oplossen: een samenspel tussen huisarts en patiënt

Marieke van Hemert, huisarts

Er zijn meer behandelmogelijkheden dan antibiotica

Dick JanssenMD PhD Urologie, Radboudumc, Nijmegen & arts bij Andros Blaascentrum

We kunnen het probleem van terugkerende blaasontstekingen bijna altijd oplossen

Lisette van de Bilt-SondereggerVerpleegkundig specialist AGZ (urologie) Catharinaziekenhuis

Wat is een terugkerende blaasontsteking?

Je spreekt van een terugkerende blaasontsteking of urineweginfectie wanneer iemand minimaal drie keer per jaar last heeft van bijpassende klachten.

Deze klachten zijn:

  • Vaak aandrang om te plassen.
  • Een branderig gevoel of pijn tijdens het plassen.
  • Steeds maar kleine beetjes plassen.
  • Pijn in de onderbuik of rug.
  • Troebele en sterk ruikende urine, soms met sporen bloed.

De meeste bacteriën die een blaasontsteking veroorzaken zijn darmbacteriën, waaronder de darmbacterie E-coli. Deze bacteriën zitten bij iedereen in het schaamgebied op de huid, en waarschijnlijk wandelen ze bij iedereen wel eens de blaas in. De urine is dus niet ‘steriel’ zoals vaak wordt aangenomen. Echter kan het zijn dat bij sommige mensen deze darmbacteriën zich makkelijker in de blaas vermenigvuldigen en zo een blaasontsteking of urineweginfectie kunnen veroorzaken. Bij een blaasontsteking die steeds terugkeert is het belangrijk om de onderliggende oorzaak te onderzoeken. De BLAAStest helpt je hierbij.

Mijn blaasontstekingen komen steeds terug, wat is hier de reden van?

Sommige vrouwen krijgen vaak een blaasontsteking. De kans daarop is groter:

  • Na het vrijen. Doordat tijdens het vrijen bacteriën in de plasbuis komen.
  • Bij het vrijen. Als er zaaddodend glijmiddel wordt toegepast. Deze verstoren de PH waardoor bacteriën zich beter kunnen ontwikkelen.
  • Na de overgang. Het slijmvlies aan de binnenkant van de vagina en in de plasbuis wordt dunner, droger en minder zuur. Bacteriën kunnen dan makkelijker in de blaas terecht komen.
  • Als je je blaas niet helemaal leeg plast. Dit kan komen door bijvoorbeeld haastig plassen, persen bij het plassen, een verzakking van de baarmoeder of bij obstipatie (moeilijke stoelgang).
  • Hygiëne. Verkeerd afvegen na ontlasting, maar ook “te schoon” zijn. Was de geslachtsdelen niet met zeep en gebruik geen agressieve intieme hygiëne, zoals doekjes, zeep, sprays en vaginale douches.
  • Diarree of ongewild verlies van ontlasting en obstipatie verhogen de kans op besmetting van de urinebuis bij het afvegen.
  • Bij een blaaskatheter. Via het slangetje kunnen bacteriën in de blaas komen.
  • Bij blaasstenen of nierstenen.
  • Als je minder weerstand hebt, medicijnen gebruikt die de weerstand verminderen, glucose (suiker) in de urine hebt door diabetes of een verstoorde nierfunctie hebt.
Welke behandelmogelijkheden zijn er voor een terugkerende blaasontsteking?

Er zijn verschillende behandelmogelijkheden die kunnen helpen om een terugkerende blaasontsteking te voorkomen. Overleg met je huisarts welke behandeloptie voor jou iets kan betekenen.

Niet antibiotische blaasspoeling

Een niet antibiotische blaasspoeling bevat moleculen die GAG’s heten. Dit zijn bijvoorbeeld hyaluronzuur en chondroïtinesulfaat. Deze stoffen komen van nature voor in het lichaam van de mens. Van beide stoffen is aangetoond dat zij belangrijk zijn bij de bescherming van de blaaswand tegen schadelijke indringers. Het herstelt als het ware de beschermende slijmlaag op het slijmvlies. Een niet antibiotische blaasspoeling wordt in de blaas gebracht met een adapter of een katheter. Dit is meestal in de startfase 1 keer per week en later 1 keer per maand. In overleg met de arts / continentieverpleegkundige kunt u dit zelf leren.

Antibiotische blaasspoeling

Bij hardnekkige en veel voorkomende blaasontstekingen kan er gekozen worden om de blaas te spoelen met een vloeibare antibiotica zoals gentamicine. Antibiotische blaasspoelingen doden de bacteriën in de blaas en de plasbuis, maar niet de bacteriën in de nierleiders of de nieren. Net als de andere preventieve therapieën worden antibiotische blaasspoelingen alleen toegepast om blaasontstekingen te voorkomen en niet om een actieve blaasontsteking te genezen. Het wordt meestal meerdere keren per week in de blaas gebracht met de adapter of een katheter.

Cranberrysupplementen of cranberrydrank

Wanneer je last hebt van terugkerende blaasontstekingen dan kan het gebruik van cranberry’s (in sapvorm of in tabletvorm) helpen om een blaasontsteking te voorkomen. Cranberry bevat proanthocyanidinen (antioxidanten), heeft een lage zuurgraad en bevat de stof D-mannose. D-mannose kan voorkomen dat bacteriën zich vasthechten aan de blaaswand en daar ontstekingen veroorzaken. Zure urine kan bescherming geven doordat bepaalde bacteriën die blaasontstekingen veroorzaken minder goed kunnen vermenigvuldigen in urine met een lage zuurgraad.

D-mannose

D-mannose is een natuurlijke suiker die in kleine hoeveelheden door het lichaam wordt aangemaakt, net zoals glucose. D-mannose komt ook in kleine hoeveelheden voor in planten, bomen en vruchten. Het wordt als supplement aangeboden. Dit supplement lijkt ervoor te zorgen dat de E-coli bacteriën zich hechten aan de d-mannose waardoor ze met de urine de blaas verlaten. De aanbevolen dosering is drie maal daags één capsule (1500-2000mg). Voor de werking van dit voedingssupplement is nog onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing.

Bekkenfysiotherapie, plastraining en instructies.

Een goede plashouding op het toilet en plasgedrag zijn belangrijk om de blaas leeg te plassen. Een bekkenfysiotherapeut of een continentieverpleegkundige kan u hierin technieken aanleren en tips geven over hoe u optimaal leeg plast om zo blaasontstekingen te voorkomen. Daarnaast kan een bekkenfysiotherapeut ook onderzoeken of u de bekkenbodem goed aanspant/ontspant. Hierdoor kunnen gerichte oefeningen worden gegeven die er ook voor zorgen dat je beter jouw blaas kunt leegplassen

Vaginaal estr(ad)iol

Estradiol is een vrouwelijk geslachtshormoon, namelijk een oestrogeen. Het wordt voornamelijk in de eierstokken aangemaakt. Het speelt een belangrijke rol bij de vruchtbaarheidscyclus. Artsen kunnen dit medicijn voorschrijven bij overgangsklachten en bij het voorkomen van een blaasontsteking bij vrouwen in de overgang.

Antibiotica pil na het vrijen, (Post-coïtum nitrofurantoïne)

Indien je als klacht hebt dat je alleen na het vrijen een blaasontsteking oploopt, dan kunnen 1 of 2 antibiotica tabletten met een lage dosering hierbij helpen om dit te voorkomen. Dat is beter dan dagelijks een lage dosering antibiotica te gebruiken.

Antibioticum wat dagelijks wordt ingenomen

Soms is een dagelijkse lage doses antibiotica (zoals bijv. nitrofurantoïne onderhoudsdosering) nodig om vaak voorkomende of snel terugkerende blaasontstekingen te voorkomen. Dit wordt meestal geadviseerd om dit maximaal 6 tot 12 maanden te doen, maar soms is het voor nog langere perioden nodig. Het werkt vaak goed, maar er bestaat een risico dat bacteriën ongevoelig kunnen worden voor antibiotica. Indien er toch een blaasontsteking ontstaat, ondanks het gebruik van een dagelijkse lage dosis antibiotica, dan start de huisarts een aantal dagen lang een (andere) antibioticakuur met een hoge dosering om de blaasontsteking te behandelen.

Disclaimer:

De informatie op deze website en in de BLAAStest is niet bedoeld om het consult en/of advies van een arts te vervangen.

 

Bronvermelding:

Deze informatie is samengesteld in samenwerking met Dr. Dick Janssen – MD PhD Urologie, Radboudumc, Nijmegen & arts bij Andros Blaascentrum, Lisette van de Bilt-Sonderegger -Verpleegkundig specialist AGZ (urologie) Catharinaziekenhuis, Erik Arendsen – uroloog Andros Clinics en Laura – ervaringsdeskundige.

Overige bronnen waar gebruikt gemaakt van is: